Voor de opmaak van de presentatiewanden gelden in de basis de algemene richtlijnen. Voor presentatiewanden die opgemaakt worden volgens de richtlijnen van stijlvak 3 en 4 gelden aanvullende richtlijnen voor de toepassing van het logo.
- In stijlvak 3 en 4 moet volgens de algemene richtlijnen het logo onderaan in een witte balk geplaatst worden. Bij presentatiewanden is dit niet wenselijk omdat het onderste deel minder zichtbaar (te laag) is. Plaats op presentatiewanden in stijlvak 3 en 4 het logo in de logobalk op een hogere positie. Bijvoorbeeld op de hoogte van de vierde of vijfde gridtegel van onderen.
- In stijl vak 3: de logobalk is niet de virtuele onderzijde van het middel. De DNA-balk mag op elke hoogte geplaatst worden en mag dus ook doorlopen tot onder de logobalk.
- in stijlvak 4: De logobalk is de virtuele onderzijde van het middel. De DNA-balk (van 2 gridtegels) wordt volgens de algemene richtlijnen op de logobalk geplaatst
Voorbeelden Presentatiewanden
Stijlvak 1
Stijlvak 2
Stijlvak 3
Stijlvak 4
